Jeff van Vliet
Aan het rijtje beroemde levensliedzangers mag binnenkort een nieuwe naam
worden toegevoegd: die van Jeff van Vliet. Deze geboren Amsterdammer is
één van de nieuwe sterren onder de vele vertolkers van het Hollandse
levenslied.
De wieg van Jeff van Vliet staat in Slotermeer, waar hij op 5 oktober
1971 het levenslicht ziet. Als jongste telg van een gezin dat bestaat
uit een hardwerkende vader, een zorgvolle moeder, een broer en twee
zussen groeit Jeff op in de knusse blijmoedigheid van het Amsterdam uit
de jaren zeventig.
“Ik was het oogappeltje van m’n moeder,” lacht Jeff. “Een druk ventje
dat veel op straat speelde, kattenkwaad uithaalde maar altijd binnen de
grenzen van het fatsoenlijke bleef.
We hadden het beslist niet rijk. M’n vader zat op de grote vaart en was
vaak weg. Toch was het altijd gezellig bij ons thuis. Er werd veel
muziek gedraaid. Op feestjes werd heel veel gezongen. Met m’n ooms en
tantes galmde ik de liedjes van Johnny Jordaan en Tante Leen mee. Maar
ook die van Tom Jones en Engelbert Humperdinck. Het was muziek die uit
het hart vandaan kwam. Zo voelde ik dat toen en zo voel ik dat nu nog
steeds.
Aangemoedigd door z’n vader, die hem aanraadt iets met zijn handen te
gaan doen, volgt Jeff een opleiding tot stratenmaker. Hij is nauwelijks
zestien jaar oud als hij z’n eerste straatje legt. Ondanks het zware
werk geniet Jeff volop van zijn vak als stratenmaker. “Ik heb altijd
geleerd dat je hard moet werken om wat te bereiken in je leven.
Stratenmaker is een hard maar eerlijk beroep. Er is altijd werk zat.
Bovendien kun je tijdens het bestraten lekker meezingen met de liedjes
op de radio.” En dat doet Jeff, vaak uit volle borst.
Zijn zangtalent wordt opgemerkt door een kennis die veel op bruiloften
en partijen optreedt. Hij neemt Jeff mee en laat hem in de pauze enkele
liedjes zingen. Met de handen diep weggestoken in z’n zakken zingt Jeff
de liedjes uit zijn jeugd, van Green Green Grass Of Home tot Please
Release Me. “Ik was negentien en best wel verlegen. Maar eenmaal op het
podium was ik dat helemaal kwijt. Dan stond ik gewoon lekker onbevangen
m’n liedjes te zingen. Dat was een heerlijk gevoel!”
Al gauw regelt Jeff zijn eigen optredens. Hij laat kaartjes maken en
zorgt er voor dat hij alle populaire hits uit z’n hoofd kent. “Ik zong
veel repertoire van André Hazes en René Froger. Echt de kroegliedjes die
de mensen leuk vonden. Daarnaast ging het werk overdag gewoon door. Soms
reed ik ’s ochtends vroeg om half zes op m’n fietsje lang het café waar
ik een paar uurtjes eerder nog had opgetreden. Later kon ik dat beter
combineren. Dan nam ik een paar uurtjes vrij en mocht ik later beginnen.
Tegenwoordig ben ik eigen baas en gaat het helemaal goed.
Jeff herinnert zich nog heel goed het moment waarop het zingen voor hem
meer dan een hobby werd. “Ik verdeelde m’n tijd tussen m’n werk, m’n
gezinnetje en het zingen. Bovendien voetbalde ik in het weekend ook nog
bij de Germaan. Het was allemaal een beetje te veel van het goede. Dan
ga je lopen nadenken. Zou het niet mooi zijn als je van je passie je
beroep kon maken? Vanaf dat moment ben ik het zingen serieuzer gaan
aanpakken. Ik heb zanglessen genomen en het plan opgevat om een cd te
maken.
Met steun van zijn neef neemt Jeff in de beroemde Arnold Mühren Studios
in Volendam een paar liedjes op. Tijdens die opnamen komt hij in
toevallig contact met Jeroen Englebert, een bekend liedjesschrijver die
nummers heeft geschreven voor onder anderen Petra Berger en de musical
Rembrandt. Englebert herkent het talent van Jeff en biedt hem zijn
diensten aan. “Een tijdje later belde Jeroen mij op. Hij had een paar
liedjes voor me geschreven en wilde dat ik een demo kwam opnemen. Toen
is het balletje pas echt gaan rollen.&rdquo
8ball Music biedt Jeff een contract aan en in de Arnold Mühren Studios
mag hij gaan werken aan zijn debuutalbum. Dat doet Jeff met hulp van
gerenommeerde muzikanten als Hans Eijkenaar (Anouk, Trijntje Oosterhuis,
René Froger), Bert Meulendijk (Gordon, Gerard Joling, BZN) en Michel van
Schie (Anouk, Candy Dulfer, Trijntje Oosterhuis). Ondertussen blijft
Jeroen Englebert liedjes voor hem schrijven, al dan niet in samenwerking
met Kayak-drummer Pim Koopman die als producer/componist ook succesvol
is geweest met acts als Pussycat, Maywood, Time Bandits en Sandy Coast.
“Het is een fantastische ervaring om met zulke rasmuzikanten te mogen
werken. Het lijkt wel alsof het dan allemaal veel gemakkelijker gaat. De
liedjes op het album zijn als het ware vanzelf tot stand gekomen.
Op Jeffs debuutalbum zijn uiteindelijk veertien liedjes terecht gekomen.
Daaronder bevinden zich prachtige stukken als Pijn, Druppels Op Je Huid
en Ze Wacht Nog Steeds Op Mij. Verder bevat het album avontuurlijke
uitstapjes als Maria of het uptempo Amsterdam, een eerbetoon aan Jeffs
geboortestad. Eerste single ’t Is Niet Mijn Fout is al veelvuldig op de
radio te horen. “De teksten van mijn liedjes zijn uit het leven
gegrepen. Ze gaan over wat gewone mensen dagelijks meemaken. Wat dat
betreft zijn het echte levensliedjes. Ja, ik ben zeer tevreden over deze
liedjes en hoop dat anderen dat ook zijn. Laatst sprak ik John Ewbank en
die was ook erg te spreken over m’n liedjes. Dat geeft vertrouwen.
Verder ben ik zo nuchter als wat. Mijn passie is zingen en dat probeer
ik gewoon zo goed mogelijk te doen. Het zou prachtig zijn als de mensen
mijn album mooi vinden.
|